Nu ik enigszins op streek begin te raken met mijn tweede boek, wordt het tijd om er iets over te vertellen. Mijn eerste boek was gebaseerd op een idee van vroeger en ben ik in alle onbevangenheid gaan schrijven. Na het afronden van ‘Jera en het tijdperkenlabyrint’, leek het mij echter een goed idee me te gaan verdiepen in goede vertel- en schrijftechnieken. Tot dan toe had ik alles gedaan op basis van mijn leeservaring.
Ik heb daarom een schrijfcursus gevolgd, in Utrecht bij Jiska Koenders. Tijdens de schrijfcursus werd aandacht besteed aan zaken zoals perspectief, dialoog, personages, taal en stijl. Een erg interessante en nuttige cursus die me deed beseffen dat ik nog veel te leren heb. We kregen vele oefeningen en leerden leuke manieren om op verhaalideeën te komen.
Het idee voor ‘Kind van Vila Colina’ ontstond tijdens deze cursus, toen ik voor een opdracht tot het schrijven van een biografie oude krantenberichtjes doorspitte en er één tegenkwam over een man die adoptiekinderen op illegale wijze en voor hoge geldbedragen had ondergebracht bij rijke gezinnen. Althans zo herinner ik het me nu. Het was een bericht van vijf regels. Dit sprak tot mijn verbeelding. Wat zou iemand ertoe kunnen brengen om zoiets te doen? Dat is heel in het kort dus waar mijn nieuwe boek over gaat.
Na ‘Jera en het tijdperkenlabyrint’ had ik nog geen idee voor een nieuw verhaal. Misschien lag het in de lijn der verwachting dat ik weer een avonturenverhaal zou schrijven. Echter, toen het idee voor ‘Kind van Vila Colina’ in me opkwam, moest ik denken aan iets wat Renate Dorrestein schreef in ‘Het geheim van de schrijver’: dat een verhaal geschreven wil worden. Ik meen dat ze zei dat het verhaal zich openbaart aan degene door wie het geschreven wil worden. Grappig genoeg voelde dat met ‘Jera en het tijdperkenlabyrint’ zo en met ‘Kind van Vila Colina’ was dat weer zo. Ik denk dat Dorrestein wel een punt heeft. Dus, hoewel ik eerst niet zo goed wist hoe ik moest beginnen, heb ik ook dit tweede project met beide handen aangepakt.
Ik heb het verhaal gesitueerd in een fictieve stad in Brazilië. Net als voor mijn eerste boek, doe ik veel onderzoek om de setting goed op papier te krijgen. Mijn personages hebben het niet makkelijk. Mijn hoofdpersonage groeit op in een sloppenwijk omringd door armoede en geweld. Misschien zou ik meer misdaadromans moeten lezen en gangsterfilms moeten kijken, want ik merk dat dit voor mij een lastig onderwerp is om over te schrijven. De dingen die mensen doen en overkomen lopen niet altijd goed af, zal ik maar zeggen. Mijn verhaal wordt dit keer niet voortgestuwd door actie, zoals mijn vorige boek. Het is daardoor moeilijker om grip te houden op spanning en voortgang van het verhaal. Centraal staan de mensen, hun relaties en beweegredenen.
Kortom, het is voor mij een heel uitdagend project en heel anders dan mijn eerste boek. Het is af en toe een beetje een worsteling, maar het vordert wel en ik verheug me erop er weer een mooi boek van te maken.