Vakantiewerk
Danaë heeft haar gymnasiumdiploma op zak en zich ingeschreven voor rechten in Amsterdam. Voor de komende zes weken heeft ze een baantje aangenomen in een verzorgingstehuis om wat bij te verdienen. Al met al niet meer dan twee maanden huur, maar alle beetjes helpen.
Op de afdeling dementie is het stil. De enige zuster is met pauze. De bejaarden zitten bij elkaar in de woonkamer, waar de zon genadeloos door de gordijnen schijnt en de temperatuur niet te harden is. Danaë staat in de spoelkeuken, schuin tegenover de woonkamer aan de koelere kant van het gebouw. Traag begint ze aan de afwas, een hoge stapel po’s. Als ze een sopje klaar heeft en de kraan dichtdraait hoort ze voetstappen op de gang, en stemmen. Danaë herkent de schoonmaaksters. Ze spreken met een vet Gronings accent. “De nieuwe vakantiekracht bij de dementen, da’s een dúre.”